De Blues van Kattenburg

een verhaal over muziek die niet gehoord mocht worden


Het is januari 1940. Dick Kattenburg – net 21 jaar oud, veelbelovend violist en aanstormend componist  – maakt zich zorgen. Hitler heeft het op de Joden  gemunt en Oostenrijk, Tsjechië en Polen zijn al bezet. En Dick is Joods. 

Tobias Borsboom
Fotografie: Marco Borggreve

Achter de piano kan hij zijn gevoel uiten. Dick speelt een blues. Er is verdriet, maar ook levenslust. Hij houdt van Amerikaanse muziek. Jazz, George Gershwin, maar ook de Zuid-Amerikaanse swing van de Darius Milhaud. Hij droomt van Hollywood, maar dan moet hij eerst goed voor orkest leren componeren.  

Hij neemt lessen bij Leo Smit, een componist die hij zeer bewondert. De muziek van Leo Smit klinkt in het Concertgebouw en Smit heeft ook ervaring met filmmuziek. Bovendien heeft hij in Parijs gewoond, de stad waar Dick zo graag wilde gaan studeren. Totdat het oorlog werd. Ook Leo Smit is Joods. De lessen moeten daarom nu schriftelijk en in ’t geheim.  

Dick is inmiddels ondergedoken en Leo moest gedwongen verhuizen naar het getto in de Amsterdamse Transvaalbuurt. Voor beiden geldt: de noten blijven stromen, daar kan geen verbod iets aan veranderen. Ze kijken reikhalzend uit naar het einde van de oorlog, als ze hun muziek eindelijk weer aan het publiek mogen laten horen. 

Er klinkt muziek van Dick Kattenburg (1919-1944), Leo Smit (1900-1943) en de Aubade van Marius Flothuis (1914-2001) geschreven in kamp Vught.  

Concept & Verteller Harpert Michielsen Muziek Eleonore Pameijer (fluit) en Tobias Borsboom (piano) Regie Tonje Langeveld

Duur van het optreden bedraagt 1 uur. Voor het optreden is de aanwezigheid van een piano essentieel.

Eleonore Pameijer
“Ik had gewoon kippenvel toen ik de brieven van Smit en Kattenburg las. Ik hoorde ze bijna met elkaar praten. “


Bekijk ook andere voorstellingen…